Gisteren zijn we teruggekeerd van onze zeilvakantie op het Ijselmeer. Het was in één woord: geweldig! We hebben een gezellige tijd gehad met de schipper en de rest van de crew. Het weer was goed, met genoeg wind in de zeilen. En we genoten van een fijne afwisseling qua programma en locaties. Erg leuk om het landschap vanaf het water voorbij te zien glijden. De wolken in de blauwe lucht en de zon, die glinsterde op de golven. Ik waande me in een levend schilderij.
Het eten wat ik voor de eerste avond had meegenomen werd gewaardeerd en bleek genoeg voor twee keer. Ook het roerei met ui en spek ging er de volgende morgen goed in. En zo rolde ik in mijn rol van Smut. Dat is de Duitse term voor de kok op het schip. Na een tweede etentje buiten de boot, dat niet beviel, besloten we unaniem dat ik voor de rest van de reis zou koken. Er was idioot veel ingekocht en dat bood mij gelegenheid tot variëren. Dat was wel variëren op een thema want qua groentes waren er alleen uien, sla, tomaten en paprika’s. Ik heb in de afgelopen week net zoveel complimenten gekregen als anders in een heel jaar!
In de haven van Stavoren hadden we een spannende beleving. Het begon met een fluitende wind die de vaantjes aan de boten deed wapperen. Al snel kwamen daar zeer donkere luchten bij en voor we het wisten viel de regen met bakken uit de lucht en donderde het vervaarlijk. De lichtflitsen zorgden ervoor dat je af en toe de andere schepen zag liggen. Wat waren we blij om veilig aangemeerd te zijn. Dit zou je toch maar onderweg overvallen! In bed kon ik lang de slaap niet vatten vanwege het; bonk-klots-bonk tegen de romp van de boot. De dag erna zagen we, na een andere bui, een prachtige regenboog. Hij was nog dubbel ook.
Wat betreft het leven op en boot kwam de vergelijking met kamperen in me op. Je moet je watertank bijvullen en die werkt met een pompsysteem, net als in een caravan. Douchen doe je in de haven, waar er toiletruimtes zijn. Je betaalt per overnachting. Een koelkast hadden wij wel omdat het een jacht was van 12 meter maar de stroom gaat er dan tijdens het zeilen natuurlijk van af. Die heb je alleen in de haven, waar je de stroomkabel weer kan aansluiten. De matrassen waren waardeloos. Omdat de boel zo doorzakte, dat wij onaangenaam naar elkaar toe rolden, ben ik maar andersom gaan liggen. Dat wil zeggen met mijn hoofd bij het voeteneind van mijn man. Hij lag weer met zijn neus bij mijn pootjes. Gelukkig hebben wij geen van beide stinkvoeten. Zo heb ik toch goed geslapen.
Vanaf de boot heb je een bijzonder nauwe verbinding met de natuur maar een vlinder had ik toch niet verwacht midden op het Ijselmeer. En zeker niet één die ons een tocht van vele uren volgt. En toch was dat precies wat er gebeurde toen we naar Hoorn voeren. Het was een Atalanta en hij duikelde in zijn vlucht steeds weer binnen ons blikveld op. Hij volgde onze boot tot hij het in de haven kennelijk welletjes vond. Ik heb geen foto als bewijs want het plaatje is van Pixabay maar ik heb wel getuigen, die deze bijzondere ervaring kunnen bevestigen.
Verder zag je natuurlijk ook dieren, die je wel kunt verwachten bij een tocht als deze. Ik plaats even een paar foto’s bij elkaar.
Tot slot plaats ik nog een foto van een blije mij want dat je kan zwemmen vanaf de boot mag niet onvermeld blijven. Bij deze jacht kon de achterkant omlaag geklapt – en een trapje eraan bevestigd worden. Zo kon ook ik te water. En gezien de temperaturen was dat heerlijk.
Dag Ijselmaar, tot een volgende keer!