Tag Archives: huisdieren


Pflegestelleversager

‘Wanneer een kat nu zo bij ons past dat we haar of hem willen houden, kan dat dan?’ Vragend kijk ik Irene van Samt aan. Zij is bij ons omdat ik ons wil aanmelden als pleegadres voor katten. Samt staat voor: Social Arbeit für Mensch und Tier. ‘Natuurlijk’ antwoordt Irene. ‘U hebt dan eerste keus.’

Eigenlijk willen geen nieuwe kat omdat we zo vaak naar de camping gaan. Maar dat is in de zomer. In herfst en winter kunnen wij best een pleegkat verzorgen. Samt zoekt dringend nieuwe adressen. Het overschot aan katten is eén van de naweeën van de Coronatijd, waarin mensen zonder na te denken een kat namen en het castreren niet nodig vonden…

Geen eigen kat

De meeste gezinnen die zich als pleegadres meldden hebben echter zelf een kat. Wij niet en ik ken mezelf. Ik vind het zulke leuke beestjes. Mijn aanmelding komt mede uit een gemis voort. De eerste twee katten, die wij opvangen zijn me echter te turbulent. Ik voel me een politieagent, die achter de feiten aanrent. Wat een boefjes!

Ik geef aan Irene door dat we de volgende keer slechts één kat willen opvangen. Ik ben hier best verdrietig over want ik weet dat veel pleeggezinnen een rits aan katten in huis hebben en de nood hoog is. Maar ik moet ook aan mezelf denken en mijn beperkte energie. En dan komt Chou Chou…

Allein König

Chou Chou is een mannetje dat op zijn pleegadres steeds ruzie maakt met één van de andere katten. Ze noemen zo’n kat een zogenaamde allein König, oftewel een kat die zijn rijk niet met andere katten wil delen. Hij is volgens Irene wel dol op ‘zijn’ mensen.

Wanneer het kereltje hier uit zijn reismand stapt ben ik verrast over zijn uitstraling. Twee pientere oogjes kijken mij verwonderd, vanuit een Teddybeergezichtje, aan. Daaronder een stralend witte kraag. Ook heeft het dier aan alle zwarte pootjes, witte sokken. Wat een mooie kat, denk ik. Maar wat een rare naam!

Inpalmen

In no time biedt Chou Chou mij zijn buikje aan ten teken dat hij mij vertrouwt. Dat vind ik natuurlijk allerliefst. Ik besluit hem Brammetje te noemen of Brammie-boy. Brammetje is een slimmerik want hij weet ook mijn man in te palmen, die naar eigen zeggen helemaal geen kat nodig heeft. Maar Bram gaat lief aan baasjes voeten liggen en die vindt dat stiekem toch wel leuk.

Mijn man noemt het dier Schnurrie omdat hij al genoeglijk spint als je hem alleen al aankijkt. Maar Bram blijkt verder ook makkelijk in de omgang. Je kan hem overal aaien zonder een haal te krijgen. En hij is reuze speels. Daarom naai ik een knuffel voor hem en koop wat extra speeltjes.

Sneu

Bram brengt ons veel gezelligheid en vreugde. Hij volgt ons overal door het huis en steekt graag overal zijn neus in. U begrijpt dat ik hem niet meer afgeven wil. Ik zit alleen met de camping in mijn maag. Is dat niet vreselijk sneu voor Bram? Soms gaan we meerdere weekends op rij daarheen en er is huisdierverbod.

Tot ik bedenk dat wanneer ik Bram afgeef, ik ook niet weet bij wie hij belandt. Misschien gaan die mensen wel vier keer per jaar op vakantie? Of werken ze allebei… Dan is onze alleen-koning elke dag alleen. Dan is het hier beter. Wij zijn beide veel thuis en ik speel dan meermaals per dag met deze lieverd.  

U begrijpt waar ik heen wil? Ik bedoel dat Bram nergens heen gaat? Bram mag/moet blijven.

Om het op zijn Duits te zeggen: *Ich bin ein Pflegestelleversager

 

*Ik ben een pleegadresmislukking

Next page →