Kropje, kropje, kropje, kropje
en dat duizend maal,
terwijl de donkre hoge bomen,
met hun eeuwenoude dromen
de landen staan t’omzomen.
En de vogels kirren, piepen,
terwijl weer andere nog sliepen
en de vinken op hun touw
roepen dwingend om hun vrouw.
zachtjes met de wind te vrijen
en het groene, rijpend graan
laat de ploegpatronen staan.
Hoog, heel hoog in ’t ijle zwerk
gilt de buizerd en hij snerpt
om de muis t’intimideren,
want zijn prooi zal hij begeren.
op de grens van bos en beemd.
Tot de nacht voor ieder valt,
maar de uil het weer vergalt
voor alweer een andre muis.
Nooit en nimmer is het pluis.
Mooie herinnering
Mooi gedicht
Dankjewel Yvonne.
Sterkte vandaag
Dankjewel Danielle.
Een bijzonder gedicht, lieflijk weergegeven de betrekkelijkheid en vergankelijkheid der natuur met cyclische grillen.
Een ingetogen avond wens ik je toe, Anne.
Dank je Hans.
Wat zal je vader veel gehouden hebben van de natuur, het boerenland, het buiten aanwezig zijn, de terugkerende cycli ~ fijn dat je hem vandaag herinnert met dit mooie gedicht.
Ik herken zijn liefde voor de natuur en zijn vermogen tot observeren en verwoorden in jou.
Wat een mooie observatie Anne. Ik herken veel van mijn vader – en mijn moeder – in mezelf. En dat vind ik fijn.
Je vaders liefde voor de natuur spreekt uit deze woorden, en ook dat hij oog had voor alle kleine dingen. Mooi! Ik hoop dat je vandaag fijne herinneringen aan hem hebt opgehaald
Dankjewel Anuscka. Pa’s gedichten zijn mij tot troost en vreugde tegelijk. Hij is in zijn verzen zeer present.
Mooi en leuk geschreven!
Ja hè Lieneke. Bedankt voor de postume eer voor pa.
Jouw pa kon dichten An.
Mooie herinnering.
Zeker Hilly!