Het vogelmeisje deel 2

Wat vliegt hij prachtig.

Na zoveel tegenstand is Merel de wanhoop nabij. Zou de adelaar dan toch gelogen hebben? Maar daar is hij toch helemaal niet het type vogel voor? Ze snapt er niks meer van. Op de weg naar huis ziet ze uit naar zijn komst. Ze moet maar eens een hartig woordje met hem spreken. Wacht daar ziet ze hem. Oh, wat vliegt hij toch prachtig! Gedragen op de wind met de vleugels wijd gespreid. Hij landt gracieus vlak voor haar en roept: ‘Ben je er klaar voor?’

‘Nou, niet helemaal’ antwoordt ze verdrietig.

Ze vertelt hem wat er is voorgevallen en laat geen detail buiten beschouwing. Hij laat haar rustig uitpraten en onderbreekt nergens. Alleen worden zijn ogen steeds donkerder en zijn blik ziet er gepijnigd uit. Wanneer ze klaar is neemt hij het woord. ‘Ik vind dit heel erg’ zegt hij op diepe toon. ‘Ik begrijp het wel maar het is toch erg dat zelfs de Vogelmens zo beperkt kan denken over zoiets wezenlijks als vliegen. Wil je het nog wel proberen Merel of geef je nu al op?’

De vraagstelling wekt in het meisje toch weer de lust, die bij de ontmoeting op de vorige dag is ontstaan. Het gemis in haar leven is immers zo groot. Als een waakvlam in haar hart brandt daar het verlangen en de adelaar heeft precies dat in huis om het vlammetje aan te wakkeren. Ze kijkt verwachtingsvol naar hem op. ‘Ik wil het nog steeds proberen’ zegt ze voorzichtig. En dan wat helderder: ‘Ja!’

Merel zegt toe en zo oefent zij dagelijks met haar nieuwe vriend, ook al lachen haar vrienden haar uit. Het gaat niet snel maar na een tijdje krijgt ze zowaar haar voeten van de vloer en stijgt ze licht op. Een paar dagen laten komt ze al wat hoger. Met de adelaar heeft ze afgesproken dat ze het pas aan de anderen laat zien wanneer ze het goed kan. De kleine vorderingen en de groeiende kracht in haar vleugels geven haar moed. Maar het is toch vooral het enthousiasme van de adelaar dat haar helpt door te gaan.

Op een dag zegt haar vriend: ‘Je bent er nu klaar voor om echt te vliegen. Het is het makkelijkst wanneer we dat vanaf een hoog punt oefenen. Daarom stel ik voor dat je naar de berg Krimal loopt. Dat is niet zo ver en zo hou je energie over voor de vlucht’. Merel knikt. ‘Ik zie je daar’ zegt ze. Haar stem klinkt ietwat angstig want ja, dit is toch het moment waarop de waarheid zal blijken. Met zware benen loopt ze naar de Krimal.

Terwijl zij de berg beklimt roept de adelaar instructies ten aanzien van de route. Hij leidt haar naar een mooi vlak punt waarvan ze goed kan springen, om vandaaruit haar vleugels uit te slaan. De adelaar landt naast haar en vraagt: ‘Ben je bang?’ ‘Eigenlijk wel’ piept ze.’ ‘Vertrouw je op mij wanneer ik zeg dat je er klaar voor bent?’ De stem van haar vriend klinkt zacht wanneer hij vervolgt: ‘We hebben genoeg geoefend. Je vleugels zijn de afgelopen tijden sterker geworden. Je vertrouwen in jezelf ook. Maar nu moet je ook een diep vertrouwen hebben in mij. Ik heb je tot hier gebracht. Vanaf nu komt het op jou aan of je ook werkelijk alles los kan laten om je vleugels uit te slaan. Alle angst en elke gedachte dat het niet lukt, laat je hier op de berg achter. Ben je er klaar voor Merel?

Merel kijkt haar vriend aan. Hij is groot en goed. Hij heeft als enige iets geprobeerd dat niemand heeft geprobeerd. De anderen hebben haar uitgelachen maar dat heeft hem niet weerhouden door te zetten. Zou ze nu niet op hem vertrouwen? Zou ze ook niet op haar nieuwe vaardigheden vertrouwen? Ze kijkt nog eens in die helder gele vogelogen en ziet zijn trots, nu al…

De berg Krimal

‘Ja!’ roept ze bang en blij tegelijk en laat zich vallen. Ze voelt hoe ze valt en duikelt door de lucht. De wind striemt langs haar huid. Haar jurk flappert. Wat moet ze ook alweer doen? Angst grijpt naar haar keel. Dan is hij ineens naast haar en roept: ‘sla je vleugels uit!’ Ze doet wat hij zegt en voelt prompt dat ze wordt afgeremd. De luchtstroom komt onder haar vleugels en ze wordt opgetild. ‘Kijk!’ schreeuwt ze blij en probeert nu ook de slagen die ze geoefend hebben. Het gaat goed.

‘Nu langzaam naar beneden’ roept haar vriend en Merel stuurt langzaam richting de grond, die al in zicht is gekomen. De adelaar komt onder haar en zorgt voor een zachte landing. ‘Dat doen we morgen nog eens en dan mag je zelf landen, goed?’ Merel knikt beduusd. Ze heeft gevlogen! Een Vogelmeisje van 10. En dit is nog maar het begin.

, 9 november 2019. 23 reacties op Het vogelmeisje deel 2. Category: korte verhalen.

About Anne Stekhoven

Sommigen kennen mij als Faith, blogster op Funky Fish.

23 reacties

  1. Anne Stekhoven schreef:

    De oplettende lezer ziet dat op de middelste afbeelding een andere adelaar annex arend staat afgebeeld. Dit plaatje heeft mij mede geïnspireerd. Alleen kon ik geen andere afbeeldingen vinden met precies deze adelaar zo sfeervol, passend in het verhaal.

  2. Cas schreef:

    Ik vind het een mooi verhaal Anne. Het doet mij denken aan mijn eigen leven. Lange tijd probeerde ik op te stijgen boven mijn kunnen. Hoe ik het ook probeerde, steeds kwam ik met een klap op de grond terecht.
    Op een “goede” dag had ik er genoeg van en liet ik mij in de geest opnemen tot grote hoogte. Val ik te pletter dan val ik te pletter. Ik liet mij vallen en ik zag de aarde snel op mij afkomen. Op het laatste moment, …. daar was Hij, de Arend. Om mij op te vangen. Ik kon het bijna niet geloven, het was liefde, niet van mensen, maar van Hem die mij opving. Nu weet ik het en vlieg ik in geloof.

    Zo moet ik ook denken aan Abraham, ga weg uit je land, en hij ging, in vertrouwen op God. Er staat geschreven “Abraham geloofde God en dat werd hem tot gerechtigheid gerekend. Niet “Abraham geloofde IN God” maar hij geloofde God op Zijn woord.

  3. Margriet schreef:

    Wow!
    Mooi verhaal,zeg!
    Dank je wel.

  4. Monique schreef:

    Mooi, Anne. Ontroerend. Als je als kind niet hebt leren vliegen, zul je er later hard voor moeten werken om het je alsnog eigen te maken. En zonder steun is dat bijna niet op te brengen. Je ‘near & dear ones’ helpen, meestal met de beste bedoelingen, vaak ook niet mee. Dankjewel!

  5. Natasja schreef:

    Prachtig. Precies zoals God aan ons werkt.

  6. Anuscka schreef:

    Wat een prachtig, inspirerend verhaal! Ieder vind er zo zijn eigen beelden bij van ervaringen uit het eigen leven. Of het nu God is, of een invoelend mens die je bijstaat en opvangt, dat maakt eigenlijk niet uit. Het is fijn dat ze er zijn, zowel God, als die naaste, om ons te motiveren vol te houden als anderen ons beginnen te beschimpen, en leren (onszelf) te vertrouwen!

    • Anne Stekhoven schreef:

      Dankjewel Anuscka. Motivatie en steun zijn wezenlijk inderdaad. Soms ervaar ik het direct als van God maar meestal via mensen. Die laatsten kunnen natuurlijk ook door Hem op mijn pad zijn gebracht want sommige ontmoetingen zijn wonderlijk.

  7. Elya schreef:

    Wat een mooi vervolg! Prachtig geschreven Anne! 🙂

  8. Johanneke schreef:

    Wauw, zo mooi en inspirerend Anne, ik voel mezelf dat merelmeisje met Jezus naast me die me steeds weer opnieuw uitdaagt. Ga maar, je kunt het! Ik ga met je mee. Echt zo mooi. Wanneer komt je eerste boek? Je schrijft echt zo mooi en beeldend!

    • Anne Stekhoven schreef:

      Dankjewel Johanneke! Ik heb met dit verhaal meegedaan aan de schrijfwedstrijd van KokBoekencentrum. De hoofdprijs is hulp bij het uitgeven je eerste boek. Ik heb helaas niet gewonnen en zit erg in dubio. Verder met mijn boek (er is een begin) of verder met mijn site. Voor allebei tegelijk ontbreekt me de kracht. Ik kan niet zolang achter de laptop zitten. Voor nu wint de site want ik vind het contact met de lezer zo waardevol.

  9. Rita Klapwijk schreef:

    Wat ontzettend mooi, Anne!
    Wat een diepe boodschap zit erin.
    Dank je wel!

  10. Danielle Hoogendijk schreef:

    Durf ik te gaan vliegen, ik heb het idee dat ik al wel klapwiekend wat ren op weg naar de rand…..

  11. Marja schreef:

    Zo mooi!

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *