De magere ochtendzon wordt gefilterd door het dichte bladerdak, waaronder wij lopen. Er is net genoeg licht om te zien waar het wandelpad is. Vanwege de lengte van de route zijn wij zo vroeg op pad gegaan. Tegen de avond hopen wij de volgende berghut bereikt te hebben.
Het is nog fris en ik trek mijn fleece muts wat meer over mijn oren. Later kan ik hem afzetten. Nu heb ik hem nog wel nodig.
De rugzak voelt niet al te zwaar maar ik weet uit ervaring hoe hij na een paar uur aan mijn schouders zal gaan trekken.
Met Saskia heb ik afgesproken dat we een middagdutje inlassen. Wanneer er wat van het proviand genuttigd is en ik gerust heb, zal de rugzak hopelijk wel weer te dragen zijn.
Het pad, bedekt met dennennaalden, dempt onze stappen. Het ruikt hier sompig, naar paddenstoelen hoewel het nog lang geen herfst is. Maar zomers warm wordt het hier door de begroeiing niet.
Voor mijn voet ritselt snel iets weg. Een klein staartje laat mij raden: een hagedis?
Saskia wijst. Ook zij ziet een dier en ik moet het opnieuw met een staart doen. Een hele mooie pluim van een eekhoorn, die al in de boom vlak voor ons is geschoten. Ah, nu zie ik dan toch even zijn guitig kopje met de puntoortjes voor hij verder rent over de takken. Terwijl hij uit het zicht verdwijnt kijken wij elkaar gelukzalig aan. Voor dit soort ontmoetingen komen wij zo graag hier.
We lopen verder en verder. De kwieke pas maakt plaats voor een langzamer tred. Het is duidelijk tijd voor een pauze en een lunch. Saskia haalt de thermoskan uit haar rugzak en ik de broodjes uit de mijne. We vlijen ons neer aan de rand van een klein veldje. De zon schijnt een stuk krachtiger nu en ik voel me doezelig. Na het eten gaan we lekker liggen en vallen we in slaap.
Ik word wakker door gekriebel aan mijn neus. Ragfijne pootjes, die ik in mijn halfbewuste staat iets te ruw weg wrijf.
Wanneer ik mijn ogen open kan ik niet geloven wat ik zie en hoor. Allemaal prachtige monarchvlinders dansen om ons heen. Hun vleugels ruisen door de lucht. Als betoverd lig ik daar en grijp de hand van mijn vriendin. Zij is ook wakker geworden en we durven ons niet te bewegen. Bang om dit tafereel te bederven.
Dan gaan ze weer, net zo mysterieus als ze gekomen zijn. We kijken de colonne vlinders na en weten dat we zojuist getuige zijn geweest van een wonder.
Het was geloofwaardig: Het wonder. Zo echt en spannend geschreven.
Mooi geschreven, zag het voor me
Erg mooi.
Ik voelde de kou van de vroege ochtend, het gewicht van je rugzak aan je schouders, ik rook het bos… Geweldige inzet van de zintuigen, Anne! Bedankt voor deze bosbelevenis!
Wordt het niet eens tijd voor een roman?!
Wow wat mooi…………
Je schrijft zo beeldend… ik zie het helemaal voor me.
Het lijkt wel een sprookje! Wat mooi!
Wat mooi Anne, je beleeft de sfeer als je het leest. Jij kan zo verhalen gaan schrijven!
Dank je Anja…maar eh…ik schrijf al verhalen! Zie het kopje ‘korte verhalen’. Of bedoel je een boekje?
Wat een enthousiaste reacties! Dank jullie wel!
Mooi!
Ik voelde hem kriebelen op m’n neus;). Heel mooi!
Dank voor je leuke reactie Miriam 🙂