Soms vraag ik het me nog af, na 18 lange jaren: hoe ben ik hier in hemelsnaam beland? De woonsite omschrijft deze wijk als ‘levendig’ en ik weet ondertussen wat daarmee wordt bedoeld.
In de winter gaat het nog. Het is de tijd van de relatieve rust; de mensen zitten veel binnen. In de paar stenen huizen of in de vele betonblokken, die hier zijn gebouwd. Geen flats, wel stapelbouw.
Zoals wij allen weten komt na de winter de lente: Enigszins slaperig wordt de wijk wakker. Voorzichtig komt men wat meer buiten. Aanvankelijk nog met knijpende ogen tegen de zon. De eerste gesprekjes gaan meestal over de winter. “T was weer koud hè?” of: “het viel mee deze keer”.
Tegen de zomer is iedereen echt ontwaakt. De wijk draait op nu volle toeren. De gesprekken zijn goed op gang gekomen en kunnen over van alles gaan. Ze vinden bij voorkeur plaats vanaf een gepaste afstand tussen de sprekers èn met het benodigde volume om die afstand te overbruggen. Vanaf de balkons naar de straat. Van de ene- naar de andere kant van de weg, wordt geroepen. De zinnen vliegen heen en weer. Wie wil, mag meegenieten. Wie niet wil, heeft pech.
Ik vang een gesprek op over de verkoop van Tomtoms. Het klinkt illegaal, maar wie kan dat wat schelen? Hier? Niemand.
Men groept bij elkaar op de versleten tuinstoelen op de stoep. Het bier komt tevoorschijn. De sfeer komt er in. Ramen worden opengezet en de muziek schalt en weerkaatst tussen de gebouwen. Er is een herhaaltoets ingedrukt door de buurjongen. Hetzelfde liedje keer op keer. Hij vindt het duidelijk een supersong!
Dan plots iets van een andere orde. Een gemotoriseerd insect uit een nabijgelegen universum is op bezoek. Of nee, het gaat om een opgevoerde brommer. ‘Kom laat es wat zien en horen. Kijk hem eens gaan. Die is snel!’ Nog een bocht en weer terug. Ik hoor de jongens joelen. Ieder wil even proberen hoe hij rijdt.
En waar ben ik in dit verhaal? Ik? Ik zit verscholen. Het is mij goed gelukt mijn tuin zo groen en vol te laten groeien dat niemand mij ziet. Mijn dikke heg beschermt mij tegen pottenkijkers. Dat doet ie echt heel goed! Maar een heg is geen geluidswal en ook de uitlaatgassen gaan er met gemak doorheen. Ze bereiken mijn neus terwijl iemand wel heel lang stationair staat te draaien. De motor warm laten draaien lijkt me niet bepaald nodig bij deze temperaturen, dus wordt er vast op iemand gewacht. Mijn boterham smaakt inmiddels wat vreemd nu de geuren zich mengen met het beleg. Toch maar even naar binnen.
Het moge duidelijk zijn dat ‘levendig’ een eufemisme is voor ‘luidruchtig’. Genoeg mensen die mij nu een saaie heikneuter vinden. En wel wat vroeg oud. Maar ik hou van rust. Wellicht ben ik een boerendochter die te vondeling is gelegd bij een gezin in de stad?
En dus vlucht ik elke zomer. Niet naar mooie stranden van nog rustige landen, maar naar een natuurgebied vlakbij de stad. Daar strijk ik neer als een gans na een lange vlucht. Ik laat me het water in- en alle stress van me afglijden. Het water is als een vloeibaar matras. Ik kan me laten dragen. Hier is geen tijd. Hier zijn de zwaluwen en de libellen de baas. Ze zweven en buitelen boven de plas. Ik zweef en buitel mee. Eenmaal boven vangen de wolken mijn laatste gedachten op en kust de zon mij als een tedere minnaar.
Pas wanneer ik trek krijg, keer ik terug naar de wijk. Wanneer ik de drukte inrijd en de mensen zie, vind ik alles mooier en vriendelijker terug dan toen ik vertrok. Het is zomer en gezellig.
Helaas kreeg ik vorig jaar na veel zwemmen in de plas langdurig darmklachten…Dit jaar dus gekozen voor het buitenbad. Ook fijn en lekker dichtbij. Al mis ik toch de beleving van het natuurgebied. Gelukkig kan je er ook mooi fietsen.
Poeh, ik denk er al een tijdje aan om te verhuizen naar de stad, maar als ik dit lees, geloof ik dat ik mezelf nog maar even achter mijn oren moet krabben.
Wel fijn dat je kunt uit-wijken naar een rustige plek.
Ik woon in een zg volkswijk en deze ergernissen spelen zich in het echt natuurlijk niet gelijktijdig af. Maar ik heb ze wel allemaal meegemaakt in de zomer. Er zijn ook wel rustiger straten maar daar staan weer geen huurhuizen of ze zijn te duur…
Wat zo opvalt is dat je met het verschijnen bij dat rustiger oord, je je ook ineens heel lyrisch begint uit te drukken. Alsof deze plek een zachtheid en weldaad in je wakker maakt, die je schrijven lichter maakt, verlicht.
Voor een lyrisch riddertje, smakelijke kost.
(Als de herrie komt, mag je altijd bij mij schuilen:-) )
Hmm, klinkt niet alsof je erg blij wordt van je woonomgeving in de zomer. Gelukkig komen de herfst en winter er weer aan.
Bedankt voor je reactie Heleen. Ik heb gelukkig ook genietmomenten maar zou wel graag in een rustiger buurtje wonen inderdaad.
Toffe foto:)! Heerlijk zo’n vluchtplekje;). Jammer dat je niet meer in die plas kunt… Maar daar liggen op de kant of even met je voeten erin kan nog wel zeker?
Thanks Miriam. Ik kan er zeker nog gaan liggen of pootjebaden.
Ha Anne, hartstikke leuk zoals je schrijft over meijnerswijk, m’n (Ro)Meijnersrijk waar inderdaad geen tijd bestaat…alleen veel libelles, paarden en koetjes die loslopen en natuurlijk de ijsvogel die regelmatig langskomt….als je re oren naar hebt!!
in de rivier kan je beter zwemmen dan in die plas want daar is nauwelijks stromend water!! Probeer maar eens, hé? tot gauw ziens, marianne
Ha Marianne, Bedankt voor je reactie. Zwem jij in de rivier die aan het fietspad dwars door Meijenerswijk ligt? Zag daar een klein strandje met wat bomen erbij. Lijkt me zeker een fijne plek. Tot ziens! Hier in het wijkkie of aan het water.