Planten zijn voor mij als een soort kinderen, die ik liefdevol verzorg. Ik heb dan ook wat ze ‘groene vingers’ noemen. Bijna alles gedijt bij mij en nee; ik praat er niet tegen. Op vakantie gaan is niet alleen een pretje. Ik voel me bezorgd of ik bij thuiskomst iedereen nog in groenen doen zal aantreffen.
Maar wanneer ik zelf ervoor zorg, gaat er toch wel eens eentje dood of is dat op sterven na. Weggooien vind ik dan reuze lastig. Ik kijk als een soort plantendokter en denk: het leeft nog, dus is er hoop…
Bij de laatste verhuizing hebben we ook planten uit mijn Nederlandse tuin meegenomen. Sterker; de planten kwamen eerder hier dan mijn spullen. Maar dat had met het seizoen te maken. Ik ga geen planten uitgraven in de winter natuurlijk!
Helaas kon ik de meest dierbare plant uit mijn tuin niet meenemen. Die was te groot en behoort tot mijn favoriete groep. Je hebt ze natuurlijk in soorten en maten, maar ik hou van de hoge statige of van die oude knoestige, die uit een sprookjesbos lijken te komen. Degene waar ik me onder kan verschuilen en tegenop kan zien.
Bomen met een geschiedenis. Wanneer ik eronder langs loop meen ik flarden daarvan op te vangen in het geritsel van de blaren. Of hoor ik soms het fluisteren van de Schepper? Zoals Elia God niet hoorde in de storm maar in het suizen van een zachte koelte. (1 koningen 19:11-13)
Ik vind het heerlijk om me klein te voelen onder de bomen, omdat ik onder de mensen juist opval met mijn lengte. Het is bijzonder om te weten dat deze boom er zoveel langer staat dan ik op aarde ben en er nog zal staan wanneer ik deze aarde heb verlaten.
Ik wandel aan hem voorbij zoals al velen voor mij, in de wetenschap dat nog vele wandelaars zullen volgen.
De boom staat stil terwijl ik mij kan verplaatsen en straalt daardoor rust uit voor mij jachtig mens, die altijd onderweg is.
Er zijn er die de mens de kroon op de schepping noemen. Als ik de reclame moet geloven zijn wij als soort goed gelukt. Maar wanneer ik naar de ellende in de wereld kijk, heb ik toch de neiging dat eens flink tegen te spreken. We maken er een zootje van! En met de schepping zelf gaan we als soort al helemaal niet goed om.
Daarom denk ik soms; De boom heeft niet alleen een kroon, maar hij ìs het ook. De laatste zwierige pennenstreek van Gods handtekening, die Hij zette onder de schepping van alle groen op aarde.
Ik vind het leuk om met jou te bomen 🙂
Ik boom het liefst onder de bomen.
Mijn voorkeur gaat uit naar appels: De appel valt niet ver van de boom en dat heet DNA! ga zo door, ga zo door. Groetjes, Pa
Nu ik dit zo lees over je tuin moet ik denken aan mijn wiedkunsten in jouw tuin en het terugplaatsen van de planten die ik in mijn enthousiasme er teveel uit had gehaald .
Groetjes, Jacqueline
Haha! Dat is lang geleden. Het wordt tijd voor een nieuw huis met een nieuwe tuin! En jouw enthousiasme is dan welkom want dan wieden we toch gewoon samen.
Ik had er een lachebekje bijgeplaatst en nu zie ik’em niet. Dan maar zo 😉
Goed idee, kun je gelijk toezicht houden dat ik wel het onkruid wied en niet de plantjes haha.